Het Haags Historisch Museum gaat renoveren en bereidt zich nu al voor op de tentoonstellingen als het museumgebouw in 2026 weer in gebruik zal worden genomen.

Een van deze exposities wordt 'Zand en Veen', over het ontstaan van Den Haag en de tweedeling die al in de 14e eeuw ontstond tussen de rijken die op het stevige zand hun huizen bouwden en de armen die het moesten doen met goedkope grond, het veen, waar de kelders bij regen volstroomden met water. Een tweedeling die tot de dag van vandaag in de geografie en in de identiteit van de stad is terug te vinden.

Met het oog op deze toekomstige tentoonstelling is het museum op zoek naar toepasselijke objecten voor de collectie. Vorige week spotte conservator Lex van Tilburg bij veilinghuis De Eland & De Zon in Diemen een schilderij van Pieter Haaxman, getiteld 'Figuren op marmeren tuinbank in het park vergezeld door jachthond'. Het kleine schilderij, van 31 bij 58 centimeter, toont de in 1881 opgerichte Ver-Huell-bank in de Scheveningse Bosjes.

Haagse elite

"Het is een erg charmant schilderij dat een prachtig beeld geeft van de Haagse elite in die tijd: de kleding, de jachthond, de omgeving", zegt een woordvoerder van het museum. "We bevinden ons hier, heel letterlijk, op het zand, in de Scheveningse Bosjes die net zijn aangeplant. Het was jonkheer H.C.A. Ver-Huell die in de gemeenteraad voorstelde om het gebied met bomen te beplanten en er een waterpartij aan te leggen. Ver-Huell werd vervolgens geëerd met een marmeren bank: de afgebeelde Ver-Huell-bank, die er nog altijd staat, maar op iets andere plek."

Omdat het schilderij mooi past in de expositie 'Zand en Veen' heeft het museum afgelopen vrijdagmiddag bij de veiling 10.000 euro geboden op het doek. Met succes. In 2026 zal het te zien zijn in het Haags Historisch Museum.